Burgerlijke ongehoorzaamheid is de uitingsvorm van een ongenoegen. Het ongenoegen over het overschrijden van de acceptabele afstand tussen het rechtvaardigheidsgevoel van de burgers en het recht. Het recht, dat een rechtsstaat vertegenwoordigt of verdedigt via de vertegenwoordigers en verdedigers van die rechtsstaat.
Deze ongehoorzaamheid is alleen te voorkomen, door vanuit het recht rekening te houden met het rechtvaardigheidsgevoel van de burgers, die zich aan dat recht zouden moeten houden. Daarvoor is het nodig het begrip rechtvaardig zodanig te definiƫren, dat de betreffende burgers zich daarin kunnen vinden. Als degenen, die daarvoor verantwoordelijk zijn, daarin niet slagen, dan zullen zij moeten accepteren, dat het principe van het recht van de sterkste in werking zal treden. Ongeacht of zij dat gewenst achten of niet. Immers, als de cultuur de natuur niet kan bedwingen met cultuurwetten, dan gaat de natuur haar eigen gang volgens de natuurwet van de overleving van degenen die zich het beste kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden.